Deze blog gaat over aardewerk. Het is een groot onderwerp en vandaar dat deze in drie delen op de website verschijnt. Ik behandel aardewerk welke regelmatig te vinden is in huizen in Nederland. Hele zeldzame spullen zal ik niet behandelen. De drie delen bestrijken de periode 17e eeuw tot de 21e eeuw.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- In deel 1 komt antiek aardewerk aan bod, Delfts aardewerk waaronder tegels, transfer-prints zoals Maastricht aardewerk, Keuls aardewerk en volksaardewerk.
- In deel 2 komt het art nouveau en art deco aardewerk (1890/1940) aan bod. Veel uitingen van ‘de nieuwe kunst’ zijn gedaan in aardewerk zowel gegoten als handgedraaid.
- In deel 3 komt keramiek uit de jaren 50/70 en modern keramiek vanaf 1980. Voor het moderne keramiek is 1980 als peildatum vrij willekeurig gekozen. Ik behandel dus niet alleen antiek aardewerk maar ook werk van bekende kunstenaars / pottenbakkers die gewaardeerd worden voor hun creativiteit en vakmanschap.
In het derde en dus laatste deel zal ik nog wat extra afbeeldingen plaatsen van merken die niet meteen onder een van deze rubrieken vallen maar wel regelmatig voorkomen in Nederland.
Zoals u wellicht van mij gewend bent laat ik afbeeldingen zien van objecten en onderkanten van objecten met een korte beschrijving. Op basis van de steekwoorden in de beschrijving kunt u verder zoeken naar het object waar u informatie over zoekt. Ook hier geldt weer; kunt u het object niet determineren dan kunt u contact met mij opnemen via de website. Ik zal u dan mijn mening geven.
Ik besef dat het zoeken een speld in een hooiberg kan zijn, er is natuurlijk onnoemelijk veel aardewerk gemaakt. Een aantal elementen kunt u zelf bepalen; is het aardewerk gegoten of met de hand gedraaid. Ziet u draairingen, vaak zichtbaar aan de binnenkant dan is het waarschijnlijk hand gedraaid aardewerk. Wat is de kleur van de klei ? Witte klei wordt veel gebruikt om in mallen te gieten en donkere kleuren klei worden vaak gebruikt om te draaien op een pottenbakkers draaischijf. Een gegoten object is natuurlijk heel strak en ook de standring waarop de pot staat is overal exact even dik. Hand gedraaide objecten hebben vaak een ingekrast of ingedrukt merk. Soms met een sjabloon en soms met de hand gedaan. Een gegoten object heeft vaak een nummer mee gegoten en een fabrieksmerk. Fabrieksmerken zijn duidelijk niet met de hand gemaakt maar via een print techniek aangebracht.
Een volgende vraag; heeft een object een handgeschilderd decor of is het een plakplaatje ( transferprint ) ?
Handgeschilderde decoraties zijn vaak voelbaar met de hand / vinger.
Een geprint decor is natuurlijk ‘perfect’ , heeft soms een raster ( bestaand uit honderden kleine puntjes, net als een krantenfoto ). Later meer over deze transferprints.
Geprinte en gegoten objecten hebben in het algemeen een lagere waarde ( minder productiekosten en grotere aantallen mogelijk ) als handgeschilderd en hand gedraaide objecten.
Decoratie als kenmerk
Antieke objecten hebben vaak realistische decors of voorstellingen uit het leven. Hoe meer detail zichtbaar was des te hoger was vaak de waardering. Voor volksaardewerk geldt dit ook maar er is veel gemaakt met een eenvoudige decoratie, denk aan Keulse potten.
Vanaf 1890 waarin de Art Nouveau stijl in zwang kwam mede onder invloed van impressionistische schilders werden decors vaak abstracter, speelser en meer ‘kunstzinnig’.
Na 1945 zie je steeds meer abstractere decor’s op aardewerk verschijnen. Dit gaat door tot in de jaren 70. Na 1970 worden decor’s en uitingen in aardewerk individualistischer. Er zijn dan ook minder duidelijk stijlkenmerken aan te geven. Een pottenbakker maakte gebruiksgoed of kunstzinnige uitingen en dat geldt ook voor fabrieken. Een bekend voorbeeld is dat bij Koninklijke Tichelaar uit Makkum zowel traditioneel aardewerk gemaakt werd als ook moderne kunst (b.v. objecten van Jan van der Vaart). Ook ontstaan er vanaf de jaren 50 steeds meer bekende pottenbakkers die een zekere kunstenaarsstatus hebben en waarvan de objecten in prijs stijgen en gezocht zijn.
Als laatste opmerking; wellicht weet u zelf hoe lang het object al bestaat uit eigen herinnering. Weet u dat het een huwelijkscadeau was in de jaren 50 dan kunt u natuurlijk het eerste deel over antiek aardewerk overslaan.
Ik wens u lees en zoekplezier.
Antiek aardewerk, deel 1
Nederland heeft een grote traditie in het het Delfts aardewerk. Internationaal heeft het Delfts blauw bekendheid en ook de verzamelaars komen vanuit de hele wereld. In deze blog zal ook ander antiek aardewerk aan de orde komen welke we in huizen in Nederland aantreffen.
We beginnen met het Delfts aardewerk.
Vanaf de 17e eeuw wordt er in Nederland Delfts aardewerk gemaakt. De oorsprong van het met tin glazuur bakken van aardewerk komt uit Italië waar in de 15e eeuw het Majolica werd ontwikkeld.
Via Belgische pottenbakkers werd dit tin glazuur aardewerk geïntroduceerd in Nederland in de 16e eeuw.
Toen het eerste Chinees porselein via de VOC-schepen in Nederland aankwam leidde dat tot grote consternatie maar ook inspiratie onder de Nederlandse pottenbakkers. Onder invloed van het Chinees porselein ontstonden voorstellingen op tegels en andere voorwerpen naar Chinees voorbeeld maar ook met puur Hollandse decors. Vanaf 1800 werden de Hollandse aardewerk fabrieken weggevaagd door de veel geavanceerdere Engelse fabrieken ( waaronder transferprints ) en verdwenen de honderden Delftse fabrieken snel. Alleen de Porceleyne fles en Tichelaar in Makkum zijn vandaag de dag nog steeds actief.
Delftse Tegels
Op deze website ziet u een mooie samenvatting van de oorsprong en ontwikkeling van Delftse tegels.
Hieronder laat ik een aantal tegels zien die antiek zijn. Aan het einde van deze rubriek verteld ik iets over kenmerken en waarde.
Tegels determineren is specialistisch werk. Er zijn heel veel verschillende soorten in omloop. De maten zijn bijna altijd hetzelfde en stammen uit de begintijd; 13×13 cm. Ook de hoekornamenten en voorstellingen zijn veelal op het oog gelijk.
Om toch een idee te krijgen van ouderdom en waarde hier wat opmerkingen; Oude tegels zijn kostbaarder dan jongere tegels. Oudere tegels zijn dikker. De vroege tegels zijn meer dan een centimeter dik tot zelfs bijna twee centimeter in sommige gevallen. De hoekornamenten zijn bij 17e-eeuwse tegels in veel gevallen groot. Ook de voorstelling zelf vult vaak de gehele tegel. In de 18e eeuw worden de hoekornamenten kleiner, de tegel dunner en ook de voorstelling wordt kleiner.
18e-eeuwse tegels komen veel voor, er is veel gemaakt. Het vergt veel kennis om de bijzondere tegels met meer waarde eruit te vissen. Onderwerpen die te maken hebben met de zeevaart hebben meer waarde. De driemasters en zeemonsters (vaak 17e eeuw) worden gezocht maar ook exotische dieren zoals olifanten en giraffes. Het loont de moeite om even Delft antiek tegel en dan het onderwerp welke op uw tegel staat te googelen en dan op afbeeldingen te drukken in de zoekmachine. Vaak komt u soortgelijke tegels tegen.
Een antieke tegel heeft nooit een merkteken. Tegels met productiemerken en merktekens zijn altijd modern.
Een ander belangrijk kenmerk van antieke (17e en 18e-eeuwse) tegels is dat deze vlot geschilderd zijn. Met een paar penseelstreken werd een voorstelling neergezet. De voorstelling is meer een schets maar vaak goed gedaan en duidelijk is te zien wat het is. De productie was hoog en de schilders waren zeer vaardig.
Antieke Delftse tegels uit de 19e eeuw hebben in zeer veel gevallen weinig waarde. Een kenmerk van deze tegels en ook latere productie is dat ze nauwkeurig zijn nageschilderd, er moet veel te zien zijn. De voorstelling oogt stijf en niet speels en vlot geschilderd zoals de 17e en 18e-eeuwse exemplaren. De vaardig geschilderde bijna ‘impressionistische’ manier van tegels schilderen uit de 17e en 18e eeuw is wat de verzamelaar waardeert.
Delft blauw objecten
Naast de tegels werd er natuurlijk ook meer Delfts aardewerk geproduceerd in Nederland en komt dit nog redelijk vaak voor in de woningen. Zoals gezegd waren er heel veel aardewerk fabrieken in de 18e eeuw die Delfts blauw maakten.
Veel stukken zijn ongemerkt en in veel gevallen is niet helemaal meer na te gaan welke fabriek het stuk gemaakt heeft. Voor de waarde helpt het dat een stuk wel gemerkt is maar als het object van hoge kwaliteit is qua beschildering voorstelling en vorm dan kan een goed vroeg Delfts blauw object sowieso behoorlijk wat opleveren.
Hieronder laat ik wat foto’s zien van onderkanten van objecten met de merktekens. Ook in de 19e eeuw werd er, uiteraard Delft blauw gemaakt maar die is voor verzamelaars (nog) niet interessant. Ik probeer hier ook te laten zien wat het verschil is tussen de 18e en de 19e-eeuwse stukken.
* Met dank aan De Delftse pioen voor de foto’s.
Kijk hier voor meer voorbeelden van Delfts aardewerk. Een fraaie collectie.
De enige echte fabriek voor Delfts blauw aardewerk is de Porceleyne fles. Hierboven staat een 18e eeuws voorbeeld. Hieronder nog een aantal voorbeelden omdat dit regelmatig voorkomt in Nederlandse huizen.
* copyright De Delftse Pioen
Via deze link kunt u eenvoudig de jaartallen vinden waarop het object hierboven, maar natuurlijk ook uw eigen object, gefabriceerd is. Het merkteken van de Porceleyne fles is een (apothekers) flesje met daaronder na 1876 JT (Joost Thooft, eigenaar vanaf die datum) het woord Delft en dan de jaarletter(s).
Overige delft merken
In navolging van succes van de Delftse fabrieken werd veel Delft blauw “nagemaakt”.Dit staat tussen aanhalingstekens omdat elk product zijn eigen kwaliteit en uitstraling heeft. Wel zijn de onderstaande merken niet erg gezocht en wordt er weinig tot geen geld voor gegeven op de antiek- en verzamelmarkt. Allemaal midden/tweede helft 20e eeuw.
Er zijn nog veel merken te vinden op Delft blauwe objecten. Dit is een selectie van merken die ik regelmatig voorbij zie komen. Voor de duidelijkheid, als u een object heeft met een van deze merken dan is wellicht de waarde op de antiek of verzamelmarkt niet hoog maar het is wel degelijk mogelijk deze te verkopen, alleen zullen de bedragen minder hoog zijn dan de stukken genoemd in het eerste deel van dit stuk over Delfts blauw.
Verschillen tussen 17e en 18e-eeuws Delft en het minder kostbare 19e-eeuwse Delfts blauw.
Zoals al gezegd hebben alleen de heel oude stukken Delfts aardewerk waarde. Uitzondering is de Porceleyne fles. Hiervoor geldt; hoe fijner de schildering hoe beter de prijs en stukken an voor 1925 zijn duurder als de stukken na dit jaartal. Een gekke uitzondering zijn de stukken gemaakt bij de experimentele afdeling. Deze zijn totaal anders als wat u verwacht maar heeft wel een Porceleyne fles merk aan de onderzijde. Wilt u hierover meer lezen dan bezoekt u dan de website van kunstconsult.
Nu de antieke stukken
Er zijn drie zaken waarop je kan letten om vast te stellen of men een 17e / 18e-eeuws Delfts object heeft of een veel minder interessant 19 eeuws stuk.
- Antieke Delftse stukken hebben in vel gevallen fijne rand fritting of schilfers
Dit komt omdat de glazuur na bakken hard wordt en op de randen teveel spanning ontstaat waarna in veel gevallen dit eraf springt in de loop der jaren. In de 19e eeuw ken ik daarvan geen voorbeelden. - Kwaliteit van de schildering
Net als de tegels is het schilderwerk vaak van hogere kwaliteit en vrijer gedaan als de 19e eeuwse stukken waar men nauwkeurig probeerde te schilderen waardoor een object saaier oogt. Ik begrijp dat dit een enigszins geoefend oog nodig heeft maar als u via google wat voorbeelden bekijkt dan valt het wel op denk ik. - Delftse stukken met Chinese voorstellingen zijn in alle gevallen 17e en vroeg 18e eeuws
Dit was toen mode.
De tranferprints
Veel antiek aardewerk welke ik tegenkom in huizen zijn geprint. Ze zijn niet met de hand geschilderd maar via een stuk papier waarop een voorstelling geprint is word deze voorstelling overgezet naar het aardewerk, getransfereerd dus. Vandaar de term transferprint.
Op Delfstsaardewerk.nl vindt u een link met informatie over dit onderwerp.
Tranferprints gaan terug tot de 18e eeuw en is ontwikkeld in Engeland. Door deze techniek kon de productie van gedecoreerd aardewerk sterk worden verhoogd.
Logischerwijs daalde de prijs van deze producten ten opzichte van hand geschilderd aardewerk en werd daardoor ook vrij snel populair. De mensen die dit soort aardewerk verzamelen is tanende. Toch wil ik kort een paar voorbeelden laten zien zodat u een idee heeft wat u heeft en wat de ouderdom en eventueel de waarde is.
Er zijn nog veel meer drukdecors gemaakt en in omloop.Het voert te ver deze allemaal te laten zien. Dit zijn gangbare decors die men regelmatig aantreft in Nederlandse huizen.
Dateren van P. Regout objecten. Er zijn vreselijk veel merken gevoerd. De meeste zijn eenvoudig te achterhalen omdat het merk zelf vrij duidelijk is.
Tip: PR ergens in het merk is ook Petrus Regout. Dit zijn altijd merken van voor 1910.
Transferprints herkennen
Er zijn een paar dingen die je zelf kunt bekijken of je een print of een handgeschilderd object hebt. Allereerst zijn de prints vaak erg gedetailleerd. Ze zijn egaal van kleur en met een loep zijn er puntjes te zien een zogenaamd raster, net als krantenfoto’s. Handgeschilderd is egaal van kleur. Daarnaast kan je direct zien dat transferprints altijd precies gelijk zijn. Op bijvoorbeeld twee schoteltjes zitten alle onderdelen van het decor op exact dezelfde plaats van elkaar. Dit is bij handgeschilderd niet zo. Omdat de randen van de borden en schotels vaak apart gelegd worden zit er soms rare overlap in. Zie voorbeeld. Ook zitten er rare onderbrekingen of wegvallende delen op plekken in het merk of in het decor waar het papier minder goed heeft geplakt.
Gres / steengoed / volksaardewerk
Onder de verzamelnaam “gres” worden alle stukken aardewerk bedoeld die op hoge temperatuur gebakken worden en meestal voorzien zijn van een zoutglazuur, zodat deze waterdicht werd. Decoraties zijn vaak in blauw aangebracht. Olie en waterkruiken zijn bruin geglazuurd maar ook van hard gebakken klei. Gres is heel hard en sterk aardewerk. Het wordt vanaf de 13e eeuw gemaakt en door de eeuwen heen gebruikt als inmaakpotten voor vlees en groente, verpakkingsmateriaal en als sierobject of pronkstuk.
Eigenlijk wordt onder gres ook steengoed bedoeld. De potten en kruiken werden gemaakt in Duitsland (Siegburg, Raeren, Frechen en het Westerwald).
In het artikel op smeelevandermeulen.nl wordt veel verteld over de achtergrond van Keulse potten in Nederland. U kunt hier een Pdf downloaden met nog veel meer informatie.
Volksaardewerk is vaak van roodbakken klei en is zachter. Het is op een lagere temperatuur gebakken. Ook deze objecten hebben dezelfde gebruiksfuncties zoals hierboven bij gres omschreven.
Veel Keulse potten en kruiken hebben weinig waarde. Dat is ook wel eens anders geweest. Dateren van Keuls aardewerk is lastig. Het materiaal blijft hetzelfde alleen de vormen en decoraties zijn verschillend.
Een kenmerk welke ik geleerd heb, maar waarover ik weinig bewijs heb kunnen vinden, gaat over het al dan niet aanwezig zijn van draairingen. Ik noem het hier omdat mij gebleken is dat het aardig klopt.
Als een Keulse pot of kruik van de pottenbakkers draaischijf werd gehaald dan gebeurde dat door met een touwtje aan de onderzijde de pot los te maken met een “heen en weer beweging”. Hierdoor ontstonden aan de onderzijde ringen. Dit is tot ca. 1900 zo gedaan. Een pot met draairingen of fijnmazig lijnen aan de onderzijde is van voor 1900. Potten met een gladde onderkant zonder lijntjes zouden na het eraf halen met en touwtje nog worden gladgestreken aan de onderkant. Dit is met name bij de Duitse objecten het geval.
Het voert te ver om alle details van Keuls aardewerk te bespreken. De artikelen in de bovengenoemde PDF zijn heel duidelijk met mooie voorbeelden. Ik raad u aan dat te lezen om meer inzicht te krijgen.
Welk Keuls aardewerk heeft waarde?
Hieronder laat ik een aantal voorbeelden zien. Waarde is natuurlijk relatief maar een eenvoudige inmaakpot uit 1900 verkoopt men tussen de 10 en de 30 euro (januari 2024).
Staat er een vogelfiguur op dan is dat bedrag 30/60 euro, afhankelijk van grootte en kwaliteit van de schildering.
Baardmankruiken gaan snel in de honderden euro’s en dat geldt ook voor de 17e en 18e-eeuwse Westerwald kruiken.
Dit zijn natuurlijk zo maar wat bedragen zonder context.
De afbeeldingen van de objecten hieronder zijn in ieder geval wat meer bijzonder en geliefd bij verzamelaars.
Potten met firmanamen erop doen een paar tientjes, 17e eeuwse baardmannen 500 / 1000 euro en hoger, potten met dierfiguren erop uit de 18e en 19e eeuw leveren 50 / 200 euro op. Westerwald objecten uit de 17e eeuw leveren tussen de 500 en de 2000 euro op. Westerwald objecten uit de late 19e eeuw leveren 50 / 300 euro op. Alle prijzen zijn slechts indicatief. Er zijn echt uitzonderingen naar boven en naar onderen maar dan heeft u een denkrichting.
Volksaardewerk
Ik tref niet zo heel veel volksaardewerk aan in huizen. De waarde is beperkt tot enkele tientjes per stuk (januari 2024).
Bijzondere stukken
Dank voor het interessante artikel. Zou u ook kunnen aangeven hoe ik de merktekens achter op de stenen moet lezen? Wat betekent bijvoorbeeld het merk scherp de foto van Makkum die u toont? Ik zie een kroon en dan links een 4 en rechts GI vermoedelijk. Ik heb een eenhoorn tegel met een 3 ipv 4
Ziet u kans een foto te sturen naar info@antiekhetnoorden.nl ? Ik kan u daar dan mogelijk van een duidelijk antwoord voorzien.
Met vriendelijke groet,
Simon Breider