Hoe ik handelaar werd (en liefhebber) van kunst (deel 2)

Deel 2: Kennis vergaren

Beginneling in de jaren 90

Ik kom er achter dat er geen jaartallen in mijn vorige blog vermeld staan, dat zal ik hier alsnog doen. Het eerste stuk speelt vanaf 1992. In die tijd was klassiek antiek nog behoorlijk waardevol. Op het Zuiderdiep in Groningen zaten toen nog zes antiquairs en zij hadden stuk voor stuk een goed inkomen. De heer Lameris stopte in die tijd en ik kocht wat merkboekjes van hem. Als beginneling was ik vol bewondering over de kwaliteit van de spullen die deze gerenomeerde antiquair te koop had. Ook het kennis vergaren was voor mij begonnen. Internet bestond nog niet en men was zuinig in het delen van kennis.
”Je leert een aap niet dansen” was een uitdrukking die ik wel eens hoorde. Het betekende: niet vertellen wat goede handel is en vooral niet wat dure spullen zijn; Je hebt er daarna anders een concurrent bij gekregen.
Ik was vooral enthousiast en snapte die zuinigheid met informatie niet helemaal. Nu nog niet trouwens. Er is handel genoeg en van elkaar leren is gewoon leuk.
Ook goed om te weten is dat ik vanaf 1990 in de stad Groningen studeerde en zodoende dichtbij het vuur zat. In Stadskanaal, waar ik opgegroeid ben, waren geen antiekwinkels.
In de jaren 90 was het antieke landschap totaal anders dan nu. Een Gronings kabinet koste 20.000 gulden en een 18e eeuwse Friese staartklok 4000. Art deco was nog niet heel kostbaar, maar dat zou snel veranderen. Traditioneler aardewerk en kristal was goed te verkopen. Een kruik van Keulse potten aardewerk en een antiek bord van Petrus Regout uit Maastricht waren gewoon goede handel. Er waren verzamelaars van beide gebieden. Had je een baardmans kruik dan kon je een goed bedrag vragen. Ook 18e eeuws tin en een koperen appelketel gingen (nog) voor goed geld van de hand. De hoogtij dagen van het antiek was toen al een beetje voorbij. Prijzen voor de stukken die ik zojuist noemde waren hoog, maar stegen niet meer.

Vlooienmarkt/rommelmarkt Eelde

In die tijd wist ik nog niet veel. Ik speurde naar spullen en informatie en liep veel kilometers op Eelde en andere rommelmarkten. De rommelmarkt in Eelde, de bloemenveilinghallen, verdient een aparte vermelding. Van heinde en ver trokken particulieren, curiosa- en antiekhandelaren naar Eelde op zaterdagochtend om te verkopen en te kopen. Al meer dan 40 jaar bestaat deze markt. Je kan gerust zeggen dat mensen die daar vanaf het begin met kennis van zaken rondliepen, rijk zijn geworden.

antiekbeurs handelaar inkoper verkoperDetailinformatie werd niet gedeeld en internet was een gerucht. Mensen keken wel naar het televisie programma Tussen Kunst & Kitsch maar daar werden alleen topstukken besproken. In het land der blinden is één oog koning. Verhalen deden de ronde dat mensen juwelenkisten met gouden sieraden verkochten voor 5 gulden. Er werden schilderijen gekocht waarvoor men een klein huis in de provincie kon kopen. Ik smulde natuurlijk van die verhalen. Er werd niet veel kennis gedeeld, maar wel veel gepocht nartuurlijk. Veel van die verhalen waren ook gewoon waar. Bekend was dat de grote antiekhandelaren niet op Eelde kwamen, maar dat de ‘kleinere jongens’ zaterdagmiddag na de markt, een auto vol kwamen presenteren en direct geld kregen voor de goede spullen. Van een aantal antiquairs was bekend dat zij huizen kochten in de stad als investering. Dat was voor mij allemaal niet weggelegd, maar ik vond het vooral fantastisch om me te verdiepen en mijn kennis te vergroten. Ik raakte bevriend met een aantal jonge mensen, en om 8.30 uur, als we moe waren van 1,5 uur zoeken op de markt, gingen we koffie drinken in hal 1. De koffie op Eelde rommelmarkt behoort tot de smerigste die ooit verkocht is, maar omdat er niets anders was… We maakten de plastic zak leeg en zetten de spullen op tafel en dan spraken we over de aankopen. Meestal met een man of 4 zaten we daar. Ondanks de koffie denk ik hier met veel plezier aan terug.

Kennis

Ik heb veel geleerd van een aantal mensen die meer kennis hadden en dit wel deelden.
Ik had me al wat meer verdiept in glas uit Leerdam en soms vond ik prachtige stukken waarover ik dan vertelde. Omgekeerd vertelde collega Gert Jan dan over zilver, art deco en bekende namen. Vaak zocht ik later dan weer naar informatie daarover.

Ik sta niet bekend om mijn goede geheugen. Ben ook slecht in het onthouden van namen van mensen, maar een naam van een pottenbakker, ontwerper met daarbij behorende signatuur, vergeet ik niet meer. Zelfs een merkje dat ik 10 jaar later voor de tweede keer zie, weet ik onmiddellijk te noemen. Het moet te maken hebben met belangstelling.

Tot zover een schets van de wereld waarin ik toen rondliep. In deel 3 zal ik ingaan op hoe ik van liefhebber meer handelaar werd.